Nr. 264 (Opzegging en buitenwerkingtreding)

De feitelijke opzegging van een verdrag of intrekking van een voorbehoud geschiedt door de Minister van Buitenlandse Zaken, dat wil zeggen dat hij de desbetreffende akte ondertekent en hij de opdracht geeft opzegging te doen plaatsvinden of het voorbehoud te doen intrekken. Op welk tijdstip het verdrag na opzegging voor het Koninkrijk buiten werking treedt, is afhankelijk van wat daaromtrent in het verdrag zelf of in het bij het overleg met de partijen over de opzegging is overeengekomen. Bij het ontbreken van een regeling, valt dit tijdstip na 12 maanden overeenkomstig artikel 56, tweede lid, van het Weens verdragenverdrag. De intrekking van een voorbehoud wordt van kracht op de datum waarop de betrokken staten de kennisgeving daarvan hebben ontvangen (artikel 22, derde lid, van het Weens verdragenverdrag). Krachtens artikel 17, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, wordt het tijdstip van buitenwerkingtreding van het verdrag bekendgemaakt Tractatenblad. Ook het intrekken van voorbehouden wordt in het Tractatenblad bekendgemaakt.

Laatst gewijzigd op: 7-3-2019