Nr. 20a (Consultatie van openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

Sinds de staatkundige herstructurering van het Koninkrijk van 10 oktober 2010 maken de Caribische eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba als (territoriale) openbare lichamen onderdeel uit van het land Nederland binnen het Koninkrijk. De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba tezamen plegen als regel te worden aangeduid als “Caribisch Nederland”. Per 17 november 2017 kennen deze openbare lichamen een specifieke grondwettelijke grondslag in artikel 132a van de Grondwet. Europees Nederland en Caribisch Nederland kennen elk een eigen rechtsorde. Europees-Nederlandse wetten gelden dus niet automatisch ook voor Caribisch Nederland. Diverse Nederlands-Antilliaanse regelingen zijn per 10 oktober 2010 getransformeerd tot regeling voor Caribisch Nederland. Daarnaast zijn diverse Europees-Nederlandse wettelijke regelingen mede van toepassing verklaard voor Caribisch Nederland.

Bij het opstellen van nieuwe wetgeving (daaronder begrepen wijzigingen van bestaande wetgeving) moest steeds worden onderzocht of de regeling moet gelden voor het gehele grondgebied van Nederland, ofwel uitsluitend voor het Europese deel van Nederland ofwel uitsluitend voor (een of meer van de openbare lichamen) Bonaire, Sint Eustatius en Saba (zie hierover nader Ar 2.16, Ar 5.4 en Ar 5.5).

Na een periode van zogeheten legislatieve terughoudendheid vanaf 10 oktober 2010 is in oktober 2019 het uitgangspunt van legislatieve terughoudendheid losgelaten (zie Kamerstukken II 2019/20, 35300-IV, nr. 11, p. 3-4). In plaats daarvan geldt het principe van comply or explain. Hiervoor moeten nog criteria worden opgesteld. Het doel is niet om alle regelgeving zonder meer van toepassing te verklaren op Caribisch Nederland. Soms zijn er goede redenen om dit juist niet te doen of om andere oplossingsrichtingen te zoeken. Het doel is het bereiken van een gelijkwaardig effect met als uitgangspunt een gelijkwaardig voorzieningenniveau binnen de mogelijkheden van de Caribische context. Het gegeven dat regelgeving in Caribisch Nederland gaat gelden, heeft in principe geen gevolgen voor het verloop van de vaststellingsprocedure van die regelgeving, met één uitzondering: op basis van speciale afspraken dient in een aantal gevallen consultatie van Caribisch Nederland plaats te vinden. Indien wordt overgegaan tot de voorbereiding van regelgeving (mede) voor Caribisch Nederland vindt consultatie van de openbare lichamen plaats in de volgende gevallen:

  1. wanneer van de openbare lichamen regeling of bestuur wordt gevorderd;
  2. wanneer in betekenende mate wijziging wordt gebracht in de taken en bevoegdheden van het eilandsbestuur;
  3. wanneer er sprake is van ingrijpende beleidsvoornemens, die uitsluitend op de openbare lichamen betrekking hebben;
  4. wanneer er sprake is van beleidsvoornemens ten aanzien van de openbare lichamen om op ingrijpende wijze af te wijken van regelgeving die van toepassing is in het Europese deel van Nederland;
  5. wanneer er sprake is van beleidsvoornemens of regelgeving die ook betrekking hebben op de openbare lichamen en op de eilanden zullen leiden tot ingrijpende wijzigingen.

De onder a tot en met d bedoelde gevallen vloeien rechtstreeks voort uit artikel 209 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES). Voor consultatie in deze gevallen geldt een termijn van acht weken. Voor consultatie in de onder e bedoelde gevallen geldt een termijn van vier weken. In overleg met de openbare lichamen en voorzien van onderbouwing, is afwijken van deze standaardtermijnen mogelijk. Indien het eilandbestuur niet binnen de geldende termijn heeft gereageerd, wordt aangeven dat er geen aanleiding tot opmerkingen is geweest.

Het ligt voor de hand de openbare lichamen gelijktijdig met de overige actoren te consulteren. In twee situaties is het de bedoeling dat de openbare lichamen, naast de standaardconsultatie, eerder om een oordeel worden gevraagd:

  1. wanneer het beleidsvoornemen ingrijpend is en uitsluitend op de openbare lichamen betrekking hebben;
  2. wanneer het beleidsvoornemen ten aanzien van de openbare lichamen op ingrijpende wijze afwijkt van de regelgeving die van toepassing is in het Europese deel van Nederland.

In deze gevallen worden de openbare lichamen gevraagd hun oordeel te geven over het voorstel voordat wordt begonnen met het opstellen van de conceptregelgeving.

Vanwege dringende omstandigheden kan het voorkomen dat de tijd om de openbare lichamen te consulteren ontbreekt. In die situatie is het mogelijk om de openbare lichamen te consulteren na inwerkingtreding van het beleidsvoornemen/de regelgeving. Hierbij moet worden gedacht aan situaties waarbij interventie met spoed moet worden gerealiseerd ter voorkoming van omvangrijke negatieve gevolgen voor de volksgezondheid of op financieel gebied.

In de toelichting bij het beleidsvoornemen/de conceptregelgeving worden de gevolgen uitgelegd voor de inrichting en werking van de openbare lichamen. Mocht er reeds contact zijn geweest met de openbare lichamen, dan worden eventuele standpunten van de openbare lichamen toegelicht.

Het beleidsvoornemen/de conceptregelgeving wordt voorzien van de oplegger consultatie openbare lichamen. Het is van belang dat, ongeacht eventuele toezending naar andere collega’s werkzaam voor de openbare lichamen, het beleidsvoornemen/de conceptregelgeving voorzien van oplegger altijd naar de eilandsecretarissen mailt, met een cc naar de gezaghebbers. Daarnaast is het wenselijk – in ieder geval als een spoedige reactie is vereist - om deze mail in cc aan de juristen van de openbare lichamen, van de Rijksvertegenwoordiger en van directoraat-generaal Koninkrijksrelaties te sturen.

De oordelen van de openbare lichamen worden, net als bij consultatie van andere actoren, opgenomen in de toelichting bij het beleidsvoornemen of de conceptregelgeving en indien van toepassing verwerkt.

Laatst gewijzigd op: 3-5-2021