Nr. 79 (Tweede lezing van een wetsvoorstel)

In wetsvoorstellen met veel amendementen of nota's van wijziging kunnen gemakkelijk fouten sluipen. Een mogelijkheid voor het aanbrengen van technische verbeteringen biedt de zogenoemde tweede lezing. Die kan zo nodig worden gehouden tussen de stemming over de artikelen en de eventueel daarop voorgestelde amendementen en de stemming over het gehele wetsvoorstel (artikel 9.12 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer).

Aangezien beide stemmingen in normale gevallen onmiddellijk na elkaar plaatsvinden, is het van belang voorafgaand aan de stemmingen op de mogelijkheid van een tweede lezing attent te zijn. Immers, laat men deze mogelijkheid voorbij gaan, dan rest nog slechts de veel omslachtiger weg van de novelle (zie nr. 92). Tijdig overleg tussen de Voorzitter van de Tweede Kamer en de betrokken bewindspersoon over de vraag of de eindbeslissing over het wetsvoorstel moet worden opgeschort, is daarom aan te bevelen. Hoewel het besluit tot het houden van een tweede lezing door de Tweede Kamer wordt genomen, kan het uitspreken van de wenselijkheid daarvan ook van de bewindspersoon uitgaan. Op ambtelijk niveau kan hierover contact worden opgenomen met het Bureau Wetgeving van de Tweede Kamer. Het is aan te raden om hierover vooraf te overleggen met de bewindspersoon. Het Bureau Wetgeving zal het verzoek om een tweede lezing aan de Voorzitter van de Tweede Kamer doorkoppelen. De Voorzitter zal dit vervolgens bij de stemmingen aan de Tweede Kamer voorleggen. Het is niet aan te raden om tijdens de stemmingen nog om een tweede lezing te verzoeken.

Besluit de Tweede Kamer de eindstemming tot een volgende vergadering uit te stellen (artikel 9.12 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer), dan kan hierbij door het Bureau Wetgeving een zogenoemd tweede-lezingsvoorstel worden uitgebracht als Kamerstuk; dit is de bijgewerkte tekst van het wetsvoorstel waarin de nota’s van verbetering, de nota’s van wijziging en de overgenomen en aangenomen amendementen zijn verwerkt, en waarin tevens op grond van artikel 9.13 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer kan zijn voorzien in doorlopende nummering en lettering en in de daarmee samenhangende aanpassingen van verwijzingen (zie nr. 80).

Vervolgens kunnen zowel de regering als de betrokken Kamercommissie wijzigingen voorstellen die noodzakelijk zijn geworden door nog vóór de stemming aangebrachte wijzigingen (bijv. nota’s van wijziging) of door ten gevolge van de stemming aangebrachte wijzigingen (bijv. aangenomen amendementen); ook kunnen deze voorstellen strekken tot het herstellen van kennelijke vergissingen (artikel 9.12, tweede lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer). De hier bedoelde wijzigingsvoorstellen krijgen niet de vorm van een nota van wijziging. Zij worden in de Kamerstukken vervaardigd als 'Wijzigingen voorgesteld door
de regering', dan wel indien zij in overleg met de desbetreffende commissie zijn opgesteld: 'Wijzigingen voorgesteld door de regering en de commissie'. Zij kunnen ook door de desbetreffende commissie alleen zijn opgesteld als ‘Wijzigingen voorgesteld door de commissie’. Meestal komen de voorstellen van de regering (eventueel na overleg met Bureau Wetgeving) en zijn zij zuiver technisch van aard.

Over de voorgestelde wijzigingen (ook die vanwege de regering) wordt onmiddellijk gestemd, tenzij zij de Tweede Kamer aanleiding geven tot heropening van de beraadslaging. Het laatste geval doet zich zelden voor.

Laatst gewijzigd op: 16-2-2022