Nr. 42a (Nader rapport bij onverplicht gevraagde adviezen en ongevraagde/spontane adviezen)

Ook op onverplicht gevraagde adviezen en ongevraagde/spontane adviezen (zie nr. 35) volgt een nader rapport. Een ongevraagd advies (artikel 21 van de Wet op de Raad van State) wordt formeel uitgebracht aan de Koning en vereist een nader rapport, op te stellen door de meest betrokken bewindspersoon of –personen, en eindigend met een voorstel over de acties waartoe het advies naar mening van de betrokken bewindspersoon aanleiding dient te geven. Dit is van overeenkomstige toepassing op een onverplicht gevraagd advies (artikel 17, tweede lid, van de Wet op de Raad van State). Omdat het onderwerp van het advies niet een voorgelegd ontwerp betreft zal het nader rapport in ieder geval ook verschillen op het punt van de te ondernemen vervolgactie.

Er volgt geen nader rapport op een voorlichting op verzoek van een bewindspersoon. Een voorlichting wordt gericht aan de verzoekende bewindspersoon zelf, die ook zelf besluit over de wijze waarop wordt gereageerd op de voorlichting. In zo’n geval wordt dus geen nader rapport opgemaakt.

Openbaarmaking van onverplicht gevraagde adviezen, ongevraagde adviezen en voorlichtingen geschiedt uiterlijk binnen dertig dagen nadat hierop is beslist door publicatie in de Staatscourant. Bij de onverplicht gevraagde adviezen en de ongevraagde adviezen worden hierbij ook het nader rapport en de eventueel aan de Afdeling advisering voorgelegde tekst opgenomen (artikel 26, derde lid, van de Wet op de Raad van State).

Laatst gewijzigd op: 11-3-2021