Nr. 29 (Aanhangigmaking bij en behandeling door de ministerraad)

De volgende onderdelen hebben uitsluitend betrekking op de situatie dat een onderwerp niet eerst in een onderraad aan de orde is geweest.

Voor het aanhangig maken van onderwerpen bij de ministerraad is een standaard aanbiedingsformulier ontworpen dat ook wordt gebruikt voor ambtelijke voorpotalen en onderraden. Met betrekking tot het aanhangig maken van stukken bij de ministerraad is hetgeen in nr. 26 ten aanzien van onderraden en ministeriële commissies werd opgemerkt van overeenkomstige toepassing. In afwijking van de procedure bij onderraden geldt voor ministerraadstukken echter dat deze zeven dagen voor de geplande behandeling rondgezonden dienen te zijn. Voor afwijking van de zeven-dagentermijn geldt een bijzondere procedure: zie daarover nr. 107 en 108. Bij twijfel of een voorstel al dan niet als hamerstuk kan worden aangemeld, verdient het aanbeveling tevoren contact op te nemen met de secretaris van de ministerraad.

Het is goed ambtelijk gebruik dat opmerkingen over de inhoud van wetsvoorstellen die ambtenaren op andere departementen aan hun minister doorgeven in verband met de bespreking in de ministerraad, tevens worden gemeld aan de op het ministerraadsformulier vermelde behandelend ambtenaar. Op deze wijze wordt voorkomen dat tijdens de ministerraadsvergadering verwarring ontstaat doordat de eerstverantwoordelijke minister onvoorbereid met allerlei detailkwesties wordt geconfronteerd en wordt een vlotte afhandeling door de ministerraad bevorderd. Indien de opmerkingen van ondergeschikte aard zijn, plegen deze ambtelijk te worden afgehandeld. Het verdient in het algemeen aanbeveling de bewindspersoon hierover wel te informeren. Tot slot kan nog een tussenweg worden gevolgd, inhoudende dat de wijzigingen ambtelijk worden overeengekomen en door de ministers schriftelijk worden bevestigd of in de ministerraad kort mondeling worden gemeld.

Ambtenaren worden bij de discussies in de ministerraad niet toegelaten.

Het komt voor dat een aangelegenheid van het Koninkrijk (gedefinieerd in nr. 111) ingevolge het Statuut of krachtens delegatie door de rijkswetgever voor het rijksdeel Nederland bij wet wordt geregeld. In dat geval dient, overeenkomstig artikel 10 van het Statuut, behandeling in de rijksministerraad plaats te vinden met inachtneming van de procedure beschreven in nr. 114 e.v. tenzij het onderwerp van de voorgestelde regeling Aruba, Curaçao noch Sint Maarten raakt. De Gevolmachtigde Ministers van deze landen zijn bevoegd namens hun regering aan te geven of (enig onderdeel van) een wetsvoorstel hun land raakt (zie artikel 11 van het Statuut). Het verdient aanbeveling daartoe tijdig contact op te nemen met de kabinetten van de Gevolmachtigde Ministers (vgl. ook nr. 112). Het ministerraadsformulier wordt door de betrokken bewindspersoon getekend bovenaan de voorzijde. Zie ook nr. 26 over hamerstukken.

Laatst gewijzigd op: 22-8-2018