Aanwijzing 9.18 Tijdstip aanhangigmaking bij ministerraad

  1. Indien voor implementatie van een bindende EU-rechtshandeling een algemene maatregel van bestuur nodig is, wordt het ontwerp daarvoor ten minste 9 maanden voor afloop van de implementatietermijn aan de ministerraad voorgelegd.
  2. Indien voor implementatie van een bindende EU-rechtshandeling een wet nodig is, wordt een voorstel daarvoor ten minste 18 maanden voor afloop van de implementatietermijn aan de ministerraad voorgelegd.
  3. In afwijking van het eerste of het tweede lid wordt het ontwerp respectievelijk het voorstel zo snel mogelijk doch uiterlijk 2 maanden na vaststelling van de bindende EU-rechtshandeling aan de ministerraad voorgelegd, indien de implementatietermijn bij vaststelling korter is dan 9 respectievelijk 18 maanden.

Toelichting

De aanwijzing bevat voor bindende EU-rechtshandelingen een nadere invulling van het reeds in aanwijzing 8.7, derde lid, neergelegde vereiste van tijdige implementatie van besluiten van volkenrechtelijke organisaties. De in een bepaald geval geldende implementatietermijn blijkt uit de bindende EU-rechtshandelingen zelf. Uit het implementatieplan op grond van aanwijzing 9.17 blijkt of formele wetgeving noodzakelijk is of dat kan worden volstaan met het vaststellen van een algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling. De aanwijzing dwingt er toe om op een zodanig moment te beginnen met de (interdepartementale) voorbereidingen dat na de ministerraad nog voldoende tijd beschikbaar is voor advisering door de Afdeling advisering van de Raad van State en, bij wetsvoorstellen, voor parlementaire behandeling. Onder "voorlegging aan de ministerraad" moet in de regel voorlegging aan de in het betrokken geval bevoegde onderraad begrepen worden. Indien de implementatieregeling ook in een ambtelijk voorportaal moet worden behandeld, heeft de termijn van 9 of 18 maanden betrekking op de voorlegging aan dat voorportaal.