Aanwijzing 5.55 Opschortende werking

Indien het wenselijk is dat de werking van een besluit wordt opgeschort zolang het besluit nog door de bestuursrechter kan worden vernietigd, wordt het volgende model gebruikt:
De werking van het besluit wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.

Toelichting

Artikel 6:16 Awb bepaalt dat het bezwaar of beroep niet de werking schorst van het besluit waartegen het is gericht, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald. Met het oog op de rechtsbescherming, in het bijzonder van derden-belanghebbenden, kan het soms gewenst zijn om te regelen dat de werking van een besluit gedurende een bepaalde periode na de bekendmaking wordt opgeschort. Aandacht hiervoor is met name van belang als de uitvoering van het besluit tot onomkeerbare gevolgen leidt. Bij de overweging van de vraag of het noodzakelijk is om een regeling ter zake van de opschorting van de werking van een besluit op te nemen, moet worden bedacht dat belanghebbenden in beginsel de mogelijkheid hebben om bij de bestuursrechter een voorlopige voorziening te vragen, inhoudende gehele of gedeeltelijke schorsing van een besluit.

Als tegen een besluit eerst bezwaar moet worden gemaakt voordat beroep kan worden ingesteld, dan volgt uit de modelbepaling, gelet op het stelsel van de Awb, dat ook het maken van bezwaar de werking van het besluit opschort.

In beginsel geldt de opschortende werking voor de periode waarbinnen bezwaar kan worden gemaakt of beroep kan worden ingesteld bij een bestuursrechter. Een verdergaande mogelijkheid is dat wordt bepaald dat het besluit buiten werking blijft totdat op een ingesteld beroep is beslist. Overigens geldt dat de bestuursrechter in het kader van de bevoegdheid tot het treffen van een voorlopige voorziening op grond van een daartoe ingesteld verzoek kan beslissen de schorsing op te heffen.

De WarBES bevat geen met artikel 6:16 Awb vergelijkbare bepaling. Ook voor de WarBES geldt echter dat een bezwaar of beroep niet de werking schorst van de beschikking waartegen het is gericht.