Aanwijzing 4.5 Aanhef van een wet

  1. Voor de aanhef van een wet wordt het volgende model gebruikt:
    Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
    Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
    Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat [considerans];
    Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
  2. Indien het een rijkswet betreft, luidt de laatste alinea:
    Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: